Zinnen maken met maar

Voegwoorden verbinden hoofdzinnen. Conjunctions connect main clauses. Hieronder zie je een heleboel zinnen met maar.

Bijvoorbeeld bij een vraag over wat je wel leuk, lekker, mooi, interessant vindt en daarnaast wat je niet leuk, lekker, mooi, interessant vindt. KNM lijdende vorm luisteren maar maten en gewichten meervoud. Hierbij onze zinnen met het woord: maar.

Doe mij maar een biertje! Hij is jarig maar viert zijn verjaardag niet. Maar wat wil je van mij? Ik ben moe maar ik ga nog niet naar bed. Vandaag ga ik naar de bioscoop maar eerst ga ik boodschappen doen.

Hij wil nog voetballen maar hij is te moe. Er zijn twee soorten voegwoorden: Nevenschikkende en onderschikkende. Ik heb maar twee uur geslapen. De plant is alleen giftig voor jonge kinderen. Het kan gaan om een concreet cijfer of om een algemene indicatie van hoeveelheid.

Als je eenmaal weet hoe je de tegenwoordige en de verleden tijd van de regelmatige werkwoorden moet vormen, kun je al eenvoudige maar correcte zinnen maken. Once you have studied the present and past tenses of the regular verb conjugations, you can already make simple but correct sentences. Ruzie maken mag af en toe, maar het mag niet te lang duren. Ruzie creëert lange afstanden, liefde creëert de kortste weg. Van ruzie maken word je hard en sterk’, zegt men.

Lange zinnen maken helpt enorm in de taalontwikkeling van een kind. De kinderen worden uitgedaagd om lange zinnen te maken. Het stopt niet bij hij gaat naar de dierentuin, maar er zit actie in de zin. Er moeten juiste werkwoorden worden gebruikt.

Je hoort snel in de klas: de jongen gaat met de boot naar. Participium met of zonder -ge-? Naar, naartoe of vandaan? Begin een zin nooit met ‘ maar ’ Volgens sommige mensen mag je jezelf geen schrijver noemen als je veel zinnen met maar begint. Je suggereert met dit voegwoord een tegenstelling, waardoor de zin iets meer gewicht krijgt.

Ik maak me er zelf vaak schuldig aan, maar Harry Mulisch en Annejet van der Zijl gelukkig ook. Kortolijdende zinnen maken een verhaal meestal niet sterker. In dit artikel zet ik daarom op een rijtje hoe je passieve taalconstructies opspoort, hoe je passieve zinnen actief maakt, maar ook wanneer ze juist wel van pas komen in een artikel. Waarom leren we passief schrijven niet af?

Natuurlijk helpen deze zinnen om hem verliefd te maken. Een trucje waardoor hij alleen nog maar aan jou denkt. Dat noem ik het Mannengeheim. Wil je weten hoe het werkt?

Deze hoofdzinnen worden vaak verbonden door nevenschikkende voegwoorden als en, of, maar en want. Nevengeschikte zinnen kunnen een aaneenschakelen een tegenstellend of een oorzakelijk verband hebben. Ik weet niet hoe je het doet, maar hij kan nu zelfs hele zinnen maken. Je praat met hem en als hij twee zinnen kan maken , gaat hij direct aan het werk. Taalcombinaties met Nederlands hebben veel meer zinnen dan taalcombinaties met alleen niet-Nederlandse talen.

Maak de zinnen die je intikt niet te lang. Met één of twee steekwoorden heb je meer kans op goede resultaten. Een woord maken met letters en een bepaalde lengte is ook belangrijk bij andere dichtvormen zoals in een limerick.

Sommige woorden moeten bestaan uit een lettergreep terwijl anderen er juist twee of drie moeten hebben. Wat jouw reden ook is: op deze site zul je geholpen worden met het maken van woorden. Om beter te leren schrijven laat ik mijn leerlingen oefenen in het formuleren van zinnen. Als je een dergelijk kaartje voorziet van een prachtige kleur, weet je dan ook zeker dat men tevreden zal zijn met het cadeau.

Je hebt de keuze uit mooie kleuren, maar ook uit prachtige teksten. Probeer onderstaande zinnen af te maken. Het zijn dit keer zinnen met dus, maar , omdat en want.

Als je de zinnen klaar hebt, dan kijk ik ze voor. Vaak serieus, maar veel ook met de nodige portie humor om te lachen of met een knipoog! Ideaal voor een goede schrijfstijl is korte en langere zinnen af te wisselen. In veel talen wordt het eerste woord van een zin met een hoofdletter geschreven en wordt een zin afgesloten met een punt, een vraagteken of een uitroepteken.

Een zin die eindigt op een vraagteken wordt ook wel een vraag genoemd. Tips voor correcte Nederlandse zinnen. Zij heeft gestopt met werken. Geen imperfectum, maar presens.