Het is koud en het regent. Toen was dat nog heel gewoon. Je moet bijna altijd een komma zetten voor een voegwoord.
De voegwoorden kun je niet allemaal uit je hoofd leren, omdat er heel veel van zijn. Logeren vind ze leuk maar ze mist haar eigen huis ook. Wil je koffie of wil je thee?
Ze kunnen ook voorkomen als een prepositie of bijwoord zonder bijzinstructuur. Ik was toen veel dikker. Daarom wordt bij deze uitleg over het voegwoord , ook de samengestelde zin uitgelegd. Als je twee of meer gelijkwaardige zinnen met elkaar wilt verbinden, gebruik je een nevenschikkend voegwoord ( en , maar , want ). Met een onderschikkend voegwoord verbind je een hoofdzin met een bijzin ( dat , omdat , voordat , zodat etc.).
Een voegwoord of conjunctie is een woord dat twee deelzinnen met elkaar verbindt. Als ‘toen’ een bijwoord is, is het geen verbindingswoord. Ita fecisti, ut praedones solent.
Een causale bijzin begint met het voegwoord cum. Je vertaalt cum met ‘omdat’. Een finale bijzin begint met het voegwoord ut of ne. Als onderschikkend voegwoord leidt om beknopte bijzinnen in.
Als met de beknopte bijzin een doel wordt uitgedrukt en om kan worden vervangen door met het doel of het formele teneinde, kan om niet worden weggelaten. In het Duits staat tussen een hoofdzin en een bijzin altijd een komma - vóór het voegwoord dus: - Er sagt, dass morgen schönes Wetter ist. Sie blieb zu Hause, weil es regnete. Sie waren arm, aber glücklich.
Es lief besser, als wir erwartet hatten. Komt er een komma tussen een hoofdzin. Antwoord Voor het voegwoord dat is de komma vrijwel altijd overbodig.
Onderschikkende voegwoorden verbinden niet-gelijkwaardige zinnen met elkaar: ze verbinden bijzinnen met hoofdzinnen. Een onderschikkend voegwoord verbindt een hoofdzin en een bijzin. Zonder het voegwoord is het niet mogelijk twee goedlopende zinnen te maken.
In deze zin is het woord ‘ toen ’ een voegwoord. Kijk maar eens naar de volgende voorbeelden. Zoals gezeg een voegwoord smeedt twee zinnen samen. Dat kan redegevend zijn of oorzaak en gevolg (want, omdat, doordat, vanwege). Andere voegwoorden zijn voegwoorden van tijd (nadat, voordat, onlangs, toen ), tegenstelling (maar, echter) of voorwaarde (mits, tenzij).
De website probeert alle woordenlijsten op het internet, groot en klein, samen te brengen om het zoeken naar woorden makkelijk te maken. Nederlandstalige begrippen en definities. Hij of ik hield van Hans. Voegwoord is nodig om die twee sinne as een sin te skryf. Byvoorbeeld: Tania is siek, maar sy het skool toe gekom.
Vergelyk byvoorbeeld die volgende drie sinne: Hy nog sy hou van Hans. Eerst hebben we een borrel gedronken, toen zijn we gaan eten en toen zijn we naar de film gegaan - Zuerst haben wir einen Drink genommen, dann sind wir Essen gegangen und danach sind wir ins Kino gegangen. Nevengeschikt of ondergeschikt. Kunnen ook los van elkaar voorkomen. ONDERSCHIKKING De zinnen zijn afhankelijk van elkaar.
Hoe kun je nu zien dat je met een voegwoord te maken hebt? Maak van de samengestelde zin twee enkelvoudige zinnen. Dan valt het voegwoord weg.
Voorbeeld: Bert speelt met zijn knikkers en Arjan leest een boek. Tussen beide types zinnen, enerzijds die met een toen 1-bijzin en anderzijds die met een toen 2-bijzin, constateren we enkele structurele verschillen. Bij verzelfstandiging van de afhankelijke zin verdwijnt toen. Zinnen met toen 1: o De volgorde is vrij. Als het openbaar vervoer staakt, kun je het beste met de fiets gaan.
Er komt vaak ook een komma als er midden in de zin een voegwoord staat. Ik kan niet naar het feest, omdat ik dan op vakantie ben. Zij kon niet slapen, doordat haar broertje snurkte.
Mijn vriendin heeft een gehaal terwijl ze niet geleerd had.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.