vrijdag 5 april 2019

Zinnen maken met omdat

Afbeeldingen en muziek vrij van auteursrecht. We gaan zinnen maken met want, waarom, omdat , daarom. We kunnen het volgende vertellen over deze zinnen.


Zinnen maken met omdat

Zinnen met want staan in de gewone volgorde: - Jij doet een jas aan, want de winter is koud. Je kunt deze zinnen gebruiken bij vragen die beginnen met “waarom? Bijvoorbeeld: Waarom vind je een kat leuk? Ik vind een kat leuk, omdat een kat gezellig is. Let op dat het werkwoord in deze zin achteraan staat!


Ze is op haar arm gevallen omdat ze op de. Mooie fouten: geslaagd of geslagen. Met ‘waarom’ vraag je naar een reden. Als ‘waarom’ aan het begin van een zin staat, heb je te maken met een gewone vraag.


Waarom’ wordt dan onmiddellijk gevolgd door het werkwoord van de hoofdzin. Op het einde van een gewone vraag zet je een vraagteken. Deze oefening dient om de want- en omdat -zinsstructuur in te oefenen.


De want- en omdat -constructie staan op het bord. Elke cursist heeft een blaadje. De leerkracht stelt de vragen van tot klassikaal.


Omdat en doordat kunnen allebei gebruikt worden om een oorzaak aan te geven. Omdat kan daarnaast ook een reden aangeven. Voegwoorden verbinden hoofdzinnen. Conjunctions connect main clauses.


Maak de zinnen af oefening Maak de zinnen af oefening Welke zin is goed ? Explicitering van de omdat -structuur via bodygrammar. Daarbij worden woorden afgedrukt op een bla één woord per blad. Cursisten moeten met hun blad in de juiste rij staan om tot een correcte zin te komen.


Het onderschikkend voegwoord omdat verbindt een hoofdzin met een ondergeschikte bijzin van reden of oorzaak. De bijzin kan na, maar ook voor de hoofdzin staan. Rianne viert haar verjaardag later, omdat ze op vakantie is. Omdat ze op vakantie is, viert Rianne haar verjaardag later. Leerlingen oefenen met deze opdracht de zinsbouw en de woordvolgorde, na een korte herhaling van de theorie rond persoonsvorm en onderwerp.


Door zelf zinnen te maken merken de leerlingen dat het onderwerp ook uit meerdere woorden kan bestaan. Er zijn twee soorten voegwoorden: Nevenschikkende en onderschikkende. Joost gaat niet naar school, omdat hij zich ziek voelt. Ik poets mijn tanden, voordat ik naar bed ga. Ik was de groenten, terwijl zij het vlees bakt.


Zodra hij klaar is met werken, komt hij. Het is fijn dat we op schoolreis gaan. Ik weet niet zeker of het morgen gaat regenen. Ik ben blij, want ik heb gewonnen met ganzenborden. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat sommige zinnen wel met want aan elkaar verbonden kunnen worden, maar niet met omdat : - Hanneke had haast, want ze was vier trappen afgerend om de post te halen.


Participium met of zonder -ge-? Naar, naartoe of vandaan? Slagen, lukken, mislukken Ooit of nooit?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.

Populaire posts